Klassieke Homeopathie
Beschrijving van een homeopathisch middel
Het begrip homeopathie komt uit het Grieks. “Homeos” betekent gelijksoortig en “pathos” lijden, dat wil zeggen herstellen met het gelijksoortige: de homeopaat verzamelt symptomen op fysiek, emotioneel en mentaal niveau en zoekt op basis van die gegevens een homeopatisch middel met het meest gelijkende beeld. “Klassiek” wil zeggen dat gewerkt wordt volgens de regels van de grondlegger van de homeopathie de Duitse arts Samuel Hahnemann.
De homeopathie is gebaseerd op het gelijksoortigheidsprincipe, d.w.z. we behandelen de zieke [en niet de ziekte] met een middel dat dezelfde symptomen in zich heeft dat gelijksoortig is aan de klachten die de patiënt heeft. Heel simpel gezegd: bij hoofdpijn niet een pijnonderdrukkend aspirientje maar een middel dat bij een gezond persoon juist hoofdpijn veroorzaakt. In de homeopathie worden plantaardige, dierlijke en minerale middelen gebruikt. Deze worden heel precies verdund en geschud in verschillende potenties [krachtiger maken]. Een druppel van de oertinctuur, bijvoorbeeld het aftreksel van een plant, wordt vermengd met 99 druppels van een mengsel alcohol/water en dit wordt een aantal keren stevig geschud. Van deze oplossing wordt weer een druppel genomen, vermengd met 99 delen alcohol/water en weer geschud. De werking van de homeopatische middelen worden uitsluitend onderzocht door proeven op gezonde mensen die heel precies noteren welke veranderingen optreden. Verder wordt de kennis nog aangevuld door symptomen van vergiftigingsgevallen en door ervaringen met zieken. Dierproeven verschaffen geen betrouwbare gegevens over het herstellend effect op mensen en veroorzaken bovendien veel lijden bij deze medeschepselen. Door de speciale wijze van bereiden spreekt het homeopatische middel de “levenskracht” van de mens aan die we niet kunnen zien maar waar wel ziekte en gezondheid plaats vind. Dan is er nog een belangrijk verschil met de homeopathie die men bij drogist of apotheek koopt. Deze middelen worden vaak plaatselijk gebruikt wat niets met klassieke homeopathie te maken heeft. Waar het om gaat is dat een homeopaat een middel geeft op het totaalbeeld van de mens zodat men geen symptomen onderdrukt . Dit is ook het verschil met de antroposofische geneesmiddelen, die kunnen niet zo individueel gekozen worden als in de klassieke homeopathie.
De grondlegger van de klassieke homeopathie is Samuel Hahnemann (1755-1843) die in Dresden werd geboren.
Hahnemann was als kind al leergierig. Op zijn 12e liet zijn leraar hem Grieks onderwijzen aan studenten. Hij betaalde zijn studie met het vertalen van Engelse boeken in het Duits. In 1799 studeerde hij af in Leipzig, trouwde en publiceerde werken over geneeskunde en scheikunde.
Hij studeerde ook aan andere universiteiten geneeskunde en maakte kennis met de Griekse, Romeinse en Arabische geneeskunde. In Leipzig en Dresden werkte hij als praktizerend arts totdat dit een kwelling voor hem werd. De geneeskunde verkeerde aan het einde van de 18e eeuw in een slechte toestand en de uitwerking van toegepaste theorieën en medicatie was vaak desastreus.
Het was een soort mode om te denken dat ziekten voortkwamen uit “ongezond bloed”. Dat moest worden afgetapt waarna de patiënt weer nieuw bloed zou aanmaken dat dan weer zuiver zou zijn. Dat hielp even maar de oorzaak werd hierdoor niet aangepakt. Dus werd er wederom bloed afgetapt en zo voort. Veel patiënten zijn door dit aftappen door pure verzwakking aan hun einde gekomen. Men gebruikte bloedzuigers die op verschillende plaatsen op het lichaam werden uitgezet. In Parijs was een bloedzuigersbeurs waar in het topjaar 1833 zo’n 41.654.300 (!) bloedzuigers werden ingevoerd. En de kassa maar rinkelen! Naast het zetten van bloedzuigers werd ook aderlating toegepast, er werden purgeermiddelen gebruikt en natuurlijk opium. Dat waren de middelen die een arts in die tijd tot zijn beschikking had. Hahnemann had inmiddels een paar kinderen, in totaal kreeg hij er 11. Hij hield op met zijn artsen- praktijk en ging medische boeken vertalen, hij was bij machte 7 talen te vertalen. Ook kreeg hij o.a. de opdracht om de Duitse farmacopee te herzien, een handboek voor apothekers waarin precies staat hoe de medicijnen samengesteld moeten worden. Dit boek werd in de 20 eeuw nog steeds gebruikt. Hahnemann was een zeer gerespecteerd man. Het was 1790 toen hij de “Materica Medica” van professor Cullen vertaalde. Deze schreef onder andere over kinabast (het medicijn dat gebruikt werd tegen malaria) dat het succes van dit middel was toe te schrijven aan het feit dat deze stof “bitter” was.
Hahnemann was heel kritisch en had hier grote twijfels bij. Hij besloot om dit uit te gaan proberen. Hij nam de ruwe stof in en kreeg koorts. Vervolgens schreef hij alles op: wat hij voor symptomen kreeg; koude voeten, hart sneller kloppen, onverdragelijke angst.Dit duurde 2 of 3 uur en herhaalde zich als hij een nieuwe dosis nam. Hij was heel secuur in het opschrijven van de symptomen. De verschijnselen leken op malaria. Dit was het begin van de homeopathiegedachte. Dus hij ging de symptomen vertonen van het middel dat hij innam. [Het principe was reeds verwoord door Hippocrates 460-377 v.Chr. en door Paracelsus, begin 16e eeuw.] Hahnemann ging dit ook doen met andere stoffen en zijn studenten deden mee, iedereen schreef alle symptomen zeer uitgebreid op. Hij ging de middelen verdunnen, merkte dat hij dan meer resultaat had en toen kwam hij op het lumineuze idee om het ook nog eens te gaan schudden of slaan. Daarmee bereikte hij de beste resultaten. Inmiddels was er in de medische wereld veel tegenstand ontstaan. Als u meer over hem wilt lezen is de biografie van Thomas Bradford zeer aan te bevelen. Hahnemann heeft een turbulent leven gehad en is wel dertig keer verhuisd. Zijn eerste vrouw stierf in 1830. Hij heeft de laatste 8 jaar in Parijs doorgebracht waar hij een bloeiende praktijk had (in de straat waar hij werkte stond altijd een rij koetsen; patiënten kwamen van heinde en ver naar hem toe). Hij was toen hertrouwd met de 23-jarige Melanie D’Hervilly die er ook voor gezorgd heeft dat zijn vele boeken werden uitgegeven.
De twee foto’s bij dit artikel zijn welwillend ter beschikking gesteld door Uitgeverij Homeovisie bv te Alkmaar.
Een heel interessant boek over homeopathie is: “De zonen van Hippocrates” van Ronald van Vierzen (dit boek is via mij te verkrijgen). Het leest als een roman en er staat alles in over homeopathie. Van Vierzen belicht ook de vergelijkingen met allopathie en over inentingen is het een zeer informatief boek. Het fijne van dit boek is trouwens dat de homeopathie niet als alleen-zaligmakend wordt geschetst.